header image
Home
Heilzame Handel PDF Print E-mail


Image
Rob Van Drimmelen (links) & Jo Bastiaens - CIMIC
Eind januari 2007 organiseerde CIMIC een eerste tafelgesprek met als thema Economie en Religie. Het initiatief ging uit van dominee Gerrit Buunk in Mechelen. Protestanten en katholieken, vrijzinnigen en Assyrische christenen en een woordvoerder van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond ACW namen deel aan de discussie. Spreker van dienst was de Nederlandse auteur en economist Rob van Drimmelen, secretaris-generaal van APRODEV, de christelijke koepelvereniging van Europese hulporganisaties die samenwerken met de Wereldraad van Kerken. 


Van Drimmelen studeerde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Daar was het geestesleven duidelijk gelaagd: 'De economisten betrokken de benedenverdieping, met hun voeten stevig op de grond. Op de bovenste verdieping zaten de theologen, met het hoofd in de wolken.' Volgens van Drimmelen is economie echter geen neutrale bezigheid. Economisten hebben het graag over wetmatigheden, maar die economische wetten zijn net zo goed cultuurgebonden, ze komen voort uit de hiërarchie van waarden die men hanteert. 'Als christenen niet werken op zondag, heeft dat alles te maken met hun geloof. Ook de bezoldiging van activiteiten is gebonden aan visie en waarden: wie zijn kinderen thuis opvoedt, krijgt geen salaris; wie wapens produceert en verkoopt, wordt wel betaald.'

Van Drimmelen wijst eveneens op de algemeen aanvaarde tendens om het succes van een samenleving af te meten aan de economische groei, aan de stijging van het bruto nationaal product. Die groei omwille van de groei vindt Van Drimmelen een nefast gegeven, hij noemt het de strategie van de kankercel. Hij ziet hoe de dictatuur van de vrije markt om zich heen grijpt en alles wat vroeger heilig was overheerst.  'Je kan nu een kind kopen via een draagmoeder op het internet. In de USA kost dat 6.000 dollar; in Rusland is het goedkoper.'

Handel en wandel in Hassana

Image
Mechelse Assyriėr Sagman vooraan
Melkan Kucam en Hakan Sagman, de Assyrische gesprekspartners, hebben heel andere ervaringen. Zij herinneren zich uit hun vroege jeugd hoe het in zijn werk ging in hun geboortedorp Hassana in het zuidoosten van Turkije. Hassana was een christelijk dorp van boeren en wevers. Iedereen nam deel aan de voedselproductie op zijn eigen manier en haast elke familie beschikte over een klein weefgetouw. Melkan: 'Zuiver economisch gezien was het wellicht efficiënter geweest de beste wevers samen te brengen in één groot weefhuis. De productie zou dan zeker stijgen. Maar dan waren de anderen werkloos. Ze zouden verpauperen en dan moest er toch weer voor hen worden gezorgd, want we leefden in Hassana als één grote familie.'


Hassana was een andere wereld, een traditionele gemeenschap, ver van de mondialisering. De Assyrische christenen in Hassana waren de enigen die weefden en ook hun islamitische buren, de Koerden, kochten hun feestkledij bij de wevers van Hassana. Dat economisch monopolie in combinatie met het saamhorigheidsgevoel van de Hasnaye resulteerde in kleinschalig collectief welzijn. Hakan, die theologie studeert, verwoordt het nog mooier, in een bijbelse formule die het hele economische gebeuren in zijn geboortedorp samenvat: 'Onze ouders handelden en God zegende hun werk.'

Dat heet dan gelukkig zijn, maar het behoort allemaal tot het verleden. Hassana werd door het Turkse leger ontruimd in 1993. De mensen van Hassana wonen nu in de beste der werelden, in Europa, in Mechelen. Ze werken als dagloners in de grote tuinbouwbedrijven aan de rand van de stad. Hun weefgetouwen zijn achtergebleven in hun verwoest dorp in Oost-Turkije.   

Tekst & foto's - ATH