Siboro - geloof kleurt de wol |
|
|
|
Klein Tabor in Tur Abdin - het christelijke dorp Inwardo bij Midyat Aramees sprekende christenen en Koerdische moslims in Tur Abdin – ze leven er naast elkaar in het zuidoosten van Turkije op Mesopotamisch heuvelland dat glooit en gloeit in de zomerhitte. Tijdens de feestdag op 25 maart van de Annunciatie, de boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria, houden de Syrisch-Orthodoxe christenen van Tur Abdin een merkwaardige traditie in ere. Ze vlechten strengen van witte en rode wol tot touwtjes. Die worden siboro genoemd.
Siboro of Suboro betekent Annunciatie in het Aramees. De kleuren van de gevlochten wollen touwtjes zijn religieus symbolisch. Ze verwijzen naar de twee naturen van Christus: wit staat voor het goddelijke en rood voor het menselijke. Het is allicht een volksgebruik dat overgeleverd is uit de oudere tijden van het nestoriaanse christendom. De Syrisch-Orthodoxe christenen dragen de siboro-touwtjes om de vingers, de nek en de pols of als oorringen. Op paasmaandag doen ze de touwtjes af en steken die in de voegen van de kerkmuren in Tur Abdin. Wat doen de Koerden, het buurvolk van het andere Heilige Boek? Hetzelfde, net even anders. De islamitische Koerden verstrengelen witte en zwarte wol. Maar ook zij dragen die wollen touwtjes aan hun vingers en ze laten ze achter op hun velden. De Koerdische dorpelingen van Tur Abdin hopen dat ze aldus een goede oogst zullen krijgen. Wit en rood of wit en zwart. De kleurschakering schept een wereld van verschil en scheidt de geesten. Aramese christenen aan de ene kant van de barrière, Koerdische moslims aan de overkant. Eén aparte kleur – het volstaat blijkbaar als symbool om de anderen te verketteren. In de naam van die ene Almachtige God waarin ze met z’n allen geloven. (ATH)
|